Vragen die we vaak krijgen
Een voedselbos is een door mensen ontworpen productief ecosysteem met diverse, voornamelijk eetbare, meerjarige plantensoorten. Bijvoorbeeld appel, walnoot, vlier, framboos, klimspinazie en rozemarijn. Het ecosysteem van een voedselbos is gebaseerd op de werking van een natuurlijk bos. De meerjarige planten vormen samen een steeds sterker zelfvoorzienend systeem van verschillende plantenlagen. Elke plant heeft een functie: van het verbeteren van de bodemstructuur en het binden van stikstof tot het bieden van een thuishaven aan wormen, insecten en andere dieren. Intensief onderhoud heeft het systeem niet nodig.
Met een voedselbos op locatie draag je bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Het neemt CO2 op, vangt overtollig regenwater af, gaat hittestress tegen en heeft een positief effect op biodiversiteit: de hoeveelheid verschillende soorten planten, dieren, insecten en micro-organismen, zoals schimmels en bacteriën. Het is dus goed bestendig tegen de gevolgen van de klimaatverandering én levert daarnaast bijna het hele jaar rond een heerlijke, duurzame oogst. Een voedselbos op eigen locatie is een investering in een kleinere voetafdruk, in het welzijn van je medewerkers, leerlingen of bewoners én in de waarde van je terrein. Je laat zien verantwoordelijkheid te dragen voor een gezonde, duurzame toekomst met je buitenruimte als visitekaartje.
De voorwaarden voor voedselbossen in Nederland zijn opgesteld in de Green Deal Voedselbossen. Wij vertalen deze principes naar een kleine schaal en brengen ze naar de stad. Zo kunnen we aan een breder publiek laten zien hoe je een verschil kan maken met een onderhoudsarme buitenruimte. Onze voedselbossen voldoen daarom niet altijd aan de schaalvoorwaarden van de Green Deal. Wel maken we gebruik van de principes die je in elk voedselbos terugziet: we werken met een grote diversiteit aan voornamelijk meerjarige, eetbare planten in minimaal vier plantenlagen. Daarom hanteren we de term 'stadsvoedselbos'. Meer weten over onze stadsvoedselbossen? Vraag de infosheet voedselbossen aan.
Een voedselbos ziet er weelderiger uit dan de gemiddelde tuin. We zijn gewend aan het beeld van een netjes onderhouden tuin met een aangeharkt gazon en duidelijke plantvakken. Vroeger kon een nette tuin status uitdragen; het liet zien dat je de tijd en financiële ruimte had om je tuin te onderhouden. Nog steeds wordt een nette tuin vaak gezien als teken van verantwoordelijkheid en respect voor de buurt. Wij vinden echter dat juist een weelderige tuin met meerdere soorten en plantlagen getuigt van verantwoordelijkheid voor de buurt. Deze maakt de omgeving namelijk gezonder en robuuster voor de toekomst: een natuurlijke weelderige tuin geeft verkoeling en schaduw op hete zomerdagen, verbetert de luchtkwaliteit, vangt regenwater op en biedt ruimte aan vlinders, bijen en andere dieren. Daar dragen óók de planten aan bij die door velen ‘onkruid’ genoemd worden.
Bij veel hoveniers zien we nog intensief groenbeheer. Wij kiezen ervoor de natuur zo veel mogelijk zelf te werk te laten gaan, in plaats van haar met mest of een grasmaaier onder controle te houden. Zo laten we bijvoorbeeld herfstblad liggen om planten voeding en bescherming bieden in de winter. Enkel waar nodig sturen we het systeem bij, bijvoorbeeld om een buitenruimte, schoolplein of tuin veilig en begaanbaar te houden. Daarbij gebruiken we uitsluitend hand- of elektrisch gereedschap. Geen stinkende, luide bladblazers dus. Dat scheelt onderhoudskosten, uitstoot en overlast.
We juichen groene daken, daktuinen en gevelbeplanting toe als maatregelen tegen hittestress en afnemende biodiversiteit. De basis van elk voedselbos ligt in de bodem en de waardevolle schimmelculturen die daar naar verloop van tijd ontstaan. Daarom kiezen we ervoor alle buitenruimtes zonder bodemcontact over te laten aan andere bevlogen hoveniers die expert zijn op het gebied van daktuinen.
Veel mensen stellen vraagtekens bij het gebruik van uitheemse soorten. Daarbij bestaat de misvatting dat deze soorten invasief zijn en inheemse planten wegconcurreren. Slechts een klein aantal uitheemse planten is daadwerkelijk invasief. Het overgrote deel van de uitheemse soorten groeit hier al lange tijd en is van toegevoegde waarde voor de diversiteit binnen ons ecosysteem. Daarnaast zijn veel inheemse soorten niet zo inheems als we denken: wist je dat onze eigen appel (Malus domestica) oorspronkelijk uit het Midden-Oosten komt? In onze voedselbossen creëren we een zelfvoorzienend en divers systeem met combinatie van inheemse én uitheemse soorten.
Vanuit onze thuisbasis in Nijmegen opereren we voornamelijk in de regio tussen grofweg Arnhem, Eindhoven, Den Bosch, Utrecht, Deventer en Venlo. We staan open voor projecten in heel Nederland. Neem voor meer informatie contact op.
Voedselbossen en moestuinen zijn verschillende vormen van landbouw. In beide systemen kunnen we kenmerken van permacultuur terugvinden. Permacultuur is een ontwerpfilosofie waarbij op verschillende aspecten rekening wordt gehouden met duurzaamheid en circulariteit. Denk aan waterhuishouding, compost of hergebruik van bouwmaterialen. De grootste verschillen tussen een moestuin en voedselbos zijn de levensduur van de planten en de mate van onderhoud. Een voedselbos wordt aangelegd met meerjarige plantensoorten die uitgroeien tot een zelfvoorzienend systeem waarbij bemesten of wieden niet nodig is. Moestuinplanten zijn eenjarig; je plant en oogst ieder jaar op nieuw. Zo heb je sneller oogst, maar groeit er geen ecosysteem en is onderhoud, in meer of mindere mate, altijd nodig. Dat maakt onze voedselbossen uitermate geschikt voor klanten die zoeken naar een duurzame, onderhoudsarme oplossing voor hun buitenruimte: van natuurlijk schoolplein tot duurzame bedrijfstuin en eetbaar hekwerk.